DAS KAPITAL - VIVE LA FRANCE

Das Kapital is een trio bestaande uit een Duitse saxofonist ( Daniel Erdmann), een Deense gitarist (Hasse Poulsen) en een Franse drummer (Edward Perraud). Dit is hun 7de album, 3 waren gewijd aan het oeuvre van Hans Eisler “Ballads & Barricades”en “Conflicts & Conclusion” met het trio en “Eisler Explosion” met het 80 koppige Koninklijk Harmonie¬orkest Vooruit uit Harelbeke. Dat is muziek die je zou verwachten van een trio met de naam Das Kapital. Op ‘Vive La France” staan alleen Franse composities, zowel uit de klassieke hoek als uit het oeuvre van de Franse chansonniers. In de hoestekst staat trouwens iets “aardigs”over Franse muziek: “Monsieur John Lennon, que pensez vous de la musique pop francaise ?” Mr John Lennon : “ La même chose que le vin Anglais! “ En alsof dat nog niet genoeg is er nog een absolute neer kleinering van de Franse muziek door Jean-Jacques Rousseau die ik hier maar niet herhaal. Overigens is de hoes wel erg grappig met op de voorzijde een afbeelding van het trio als drie astronauten op het maanoppervlak met de Franse vlag en aan de binnenzijde zijn de drie muzikanten uitgedost als Charles DeGaule, Louis XIV en Napoleon Bonaparte. Een bijzonder gevoel voor humor kan deze lieden niet worden ontzegd. Je zou dat ook kunnen afleiden uit de diversiteit van de nummers die ze hebben gekozen om in hun jasje uit te voeren.

Het album begint met een arrangement van “Pavane pour une infante défunte “ het bekendste stuk van Ravel na de “Bolero”, hij schreef het als solowerk voor piano in 1899 en in 1910 bewerkte hij het voor symfonieorkest. In de uitvoering van Das Kapital is het nauwelijks nog herkenbaar en niet alleen door het afwijkende instrumentarium. Dat geldt in nog sterkere mate voor “Le Vertigo” oorspronkelijk geschreven voor de klavecimbel door Pancrace Royer in 1746, in de handen van het trio klinkt het als een op hol geslagen trein met gierende gitaar uithalen. De overbekende disco hit “Born to be alive”van de Belgische (Franstalige) zanger Patrick Hernandez is ook flink door de mangel gehaald, het discoritme is omlaag gebracht en het klinkt nu als een knarsend walsje gevolgd door een fors aangezette bluessolo op de el. gitaar, wonderbaarlijk maar geslaagd en knap om van zo’n oervervelende discodreun zoiets leuks te maken. In”Comme d’habitude” van zanger Claude Francois wordt de melodie neergezet door de gitaar waaromheen de saxofoon vrij ronddartelt. Het nummer is overigens beter bekend geworden als “My way” in de uitvoering van Frank Sinatra, het nummer bestaat inmiddels in meer dan 1500 versies en de zonen van Francois krijgen jaarlijks 750.000 euro aan auteursrechten. “Gymnopédie #1”van Eric Satie, ook bekend door de uitvoering van Blood, Sweat & Tears krijgt ook een speciale behandeling door het trio, alleen in het intro is de melodie herkenbaar. Saxofoon en gitaar gaan een echte battle aan in het onherkenbare “Ma plus belle histoire d’amour”van Barbara. In de versie van “Ne me quitte pas”van Jacques Brel bespeelt Hasse Poulsen de mandogitaar een 12-snarige gitaar waarmee je het geluid van een mandoline kunt voortbrengen, na een korte intro van de melodie volgt een vrije improvisatie.

In de “Marche pour la céremonie des Turcs” (1670) van Jean-Baptiste Lully - die werkte aan het hof van Lodewijk XIV en het schreef als onderdeel van een komisch Turks ballet - speelt de sopraansax de melodie van het orkest, een statige wals, waarna het tempo wordt opgeschroefd en de middeleeuwen plaats maken voor een stukje jazz uit de 21ste eeuw. Het origineel duurt nog geen 2 minuten en wordt veelal gebruikt voor commercials en documentaires. Das Kapital weet er weer een bewonderenswaardig muziekstuk van te maken met een vrolijke kakafonie ter afsluiting. Donderend tromgeroffel vormt de inleiding van “Le temps ne fait rien à l’affaire”van George Brassens, het trio haalt het nummer muzikaal door de papierversnipperaar waardoor het in diverse compartimenten uiteenvalt en Brassens klinkt als free jazz. Antoine de Bertrand (1530 - 1581) was de componist van “Les deux yeux bruns, doux flambeau de ma vie” stamt uit les amours de Ronsard uit 1576, het min of meer gedragen karakter blijft redelijk intact in de handen van het trio hoewel ze er natuurlijk wel een jazzy draai aan geven. “L’Arlésienne” van George Bizet wordt in een razend tempo en met een heftige rock gitaar neergezet. Het album wordt afgesloten met een weer heel bijzondere versie van “La Mer” van Charles Trenet, elektronica, een zwoele saxofoon en overstuurde gitaarklanken, maar het klinkt fantastisch. En dat geldt voor het hele album, een van de meest gedraaide cd’s hier in huis, ik had nog nooit van het trio Das Kapital gehoord maar nu ga ik zeker op zoek naar hun oudere werk.

Jan van Leersum.


Artiest info
Website  
 

Label : Label Bleu
Distr. : Outhere Distribution Benelux

video